In februari dit jaar stond BDUmedia in Utrecht voor de rechter in een door de firma Plasmavisie aangespannen kort geding. Aanleiding: een verhaal in de Barneveldse Krant van 26 augustus 2015, waarin verslaggever Wouter van Dijk meldt dat een overval, die in november 2014 bij Plasmavisie plaatsvond, mogelijk in scène is gezet. De eigenaren van Plasmavisie maakten tegen die publicatie bezwaar. Eén van hun pijnpunten was de kop boven het artikel. Die luidde: ‘Megaroof in Barneveld in scène gezet’.
In het kort geding zei mr. S.F. Kalff, de advocaat van Plasmavisie, daar over: ,,Een kop die er niet om liegt, althans in spreekwoordelijke zin. Als een vaststaand feit maakt BDUmedia wereldkundig dat de eigenaren van Plasmavisie een strafbaar feit hebben gepleegd.” En dat terwijl de politiewoordvoerder – de bron van het verhaal van Wouter – niet meer zou hebben gezegd dan: ‘De overval lijkt te zijn verzonnen’. Door zijn stelligheid is die kop dus onjuist en dat draagt bij aan de onrechtmatigheid van de publicatie, aldus mr. Kalff.
In haar vonnis zei de rechter daar over: ,,De kop van het artikel op zichzelf lijkt te suggereren dat vaststaat dat de overval van 15 november 2014 in scène is gezet, terwijl tot op dit moment uitsluitend sprake is van een verdenking. Echter, aan BDU komt een zekere vrijheid toe om een kop pakkend te maken in die zin dat de kop uitnodigt tot verder lezen. Bij de vraag of een artikel misleidend is, moet de kop in combinatie met de inhoud van het artikel worden beoordeeld.”
Twee punten dus:
– omdat de functie van een kop is dat deze moet uitnodigen om verder te lezen komt aan de koppenmaker een zekere vrijheid toe;
– en de kop moet niet losstaand worden beoordeeld, maar in de context van het artikel waar deze boven staat.
Uit de recent in het blad Mediaforum (2016 – 3) gepubliceerde Kroniek van het Persrecht 2013 – 2015 komt naar voren, dat de Utrechtse rechter niet alleen staat in haar opvatting over de functie van een kop boven een artikel. Twee andere rechterlijke uitspraken liggen niet alleen in dezelfde lijn, maar geven ook invulling aan de ‘zekere vrijheid’, die in het vonnis in het kort geding door de rechter aan ons werd gegund. In beide uitspraken zeggen de rechters letterlijk dat ‘het bijzondere, eigen karakter van een kop boven een krantenartikel meebrengt dat een kop uitgesproken en ongenuanceerd mag zijn’.
Daarbij moet wel worden aangetekend dat rechters bij het beantwoorden van de vraag of een uiting onrechtmatig is altijd bekijken in welke mate de beweringen in een artikel steun vinden in de feiten. Vandaar waarschijnlijk ook de tweede opmerking in het Plasmavisie-vonnis: bezie de kop in de context van het artikel. Als de beweringen in dat verhaal voldoende steun vinden in de feiten, is het niet onrechtmatig en zal een kop, die – uitgesproken en ongenuanceerd – de lading dekt dat ook niet zijn. Maar naar een kop gehaalde feitelijke onjuistheden uit een verhaal kun je niet rechtvaardigen door een beroep op de vrijheid een kop uitgesproken en ongenuanceerd te mogen laten zijn.
BDUmedia vindt zijn oorsprong in de ‘Barneveldsche Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij’, die in 1871 werd opgericht. BDUmedia exploiteert en geeft inhoud aan lokale media en vak- en publieksmedia. Dat doen we met een breed scala van kanalen. Bijvoorbeeld met de gedrukte Barneveldse Krant (die op 7 oktober 2017 op de kop af 146 jaar bestond). Ons mediahuis is een slanke en flexibele organisatie. Van daaruit regisseren en verwerken we de content van onze merken.
Meer dan 400 externe producenten (freelancers en ZZP’ers) dragen het merendeel van de inhoud aan. BDUmedia wil met haar lokale media dé nieuwsproducent van Nederland zijn. Het werkgebied strekt zich uit van de Noordzeekust tot aan de Duitse grens. De vak- en publieksmedia, waartoe bijvoorbeeld de tijdschriften Tegel Totaal en Natuursteen behoren, bedienen vooral een selectief lezerspubliek dat behoefte heeft aan hoogwaardige niche-informatie. Naast BDUmedia is er BDUprint. In deze werkmaatschappij worden kranten en tijdschriften gedrukt.